Voor onze geboorte leven we in de baarmoeder, meestal in ons eentje (behalve als we twee- of meerling zijn). Direct na de geboorte begint een periode van socialisatie. De dokter of vroedvrouw is de eerste mens die we ontmoeten, die maakt ons met een klap aan het huilen zodat we de longen openen. Daarna begint de opvoeding. Ouders zullen er alles aan doen om hun kinderen maatschappelijk aangepast gedrag aan te leren. Dat moet ook omdat wij sociale wezens zijn die zonder anderen niet kunnen overleven. Onze ouders brengen ons niet alleen bij hoe wij ons als mens dienen te gedragen, maar ook waar wij in moeten geloven en welke standpunten we moeten innemen. Daarom krijgen katholieke ouders katholieke kinderen en socialisten kinderen die dezelfde filosofie verkondigen. Kinderen kunnen ook rebelleren maar dan is de opvoeding nog altijd het referentiepunt.

Kritische houding

In de puberteit gaan kinderen onderzoeken of datgene wat hun geleerd is wel waar is en of zij het daarmee eens zijn. Als het goed is zal dit hun hele leven verder gaan. Zo’n kritische houding is niet verkeerd, maar we moeten op een gegeven moment wel gaan beseffen dat onze invloed op ons leven beperkt is. Veel in het leven is een gegeven, zoals uiterlijk, geslacht, haarkleur, lengte etcetera. Ons ego maakt ons wijs dat wij alles in ons leven kunnen besturen en wij doen daar ook ons best voor. Dat sturen en controleren van het leven noem ik ‘activiteit’. Maar als we het vertrouwen hebben dat datgene wat wij nodig hebben ons gegeven wordt, hoeven wij alleen maar ‘actie’ te nemen als dat van ons gevraagd wordt. Het leven wordt dan zeer eenvoudig, omdat wij zonder te oordelen slechts kijken naar wat gebeurt en op het juiste moment handelen. Dan gaat alles vanzelf, net zoals alles in de natuur moeiteloos gaat. leder jaar komen er nieuwe appels aan de boom zonder dat wij ons daarmee bemoeien. We kunnen ons als mens pas werkelijk vrijmaken als we afscheid nemen van onbewezen standpunten en kortzichtige ideeën, alle vooroordelen laten vallen, volledig open kijken naar wat er gebeurt en ‘ja’ zeggen tegen wat ons overkomt. leder weerstand daartegen maakt ons ongelukkig. Boeddha heeft daarover gezegd: “Het leven is lijden, het lijden ontstaat door de gehechtheid en de gehechtheid kan gebroken worden”. Zoals het gras vanzelf groeit, zal het universum er alles aan doen om te zorgen dat datgene wat wij ons wensen ook wordt gerealiseerd. Het zijn vaak onze verborgen saboteurs, die veroorzaken dat onze wensen niet uitkomen. Gedachten als ‘dat kan ik toch niet, ik heb altijd pech, dat is niet voor mij weggelegd zorgen ervoor dat wij, zelfs als onze wens in vervulling gaat, er toch geen geloof aan hechten en er niet op reageren.

Twee delen

Als mens bestaan wij uit twee delen. Het centrum is ons eigenlijke zelf, het goddelijke deel van ons dat onveranderbaar is en dat we ook wel de bron of onze kern noemen.

Het andere is ons ego: een verzameling verhalen, gedachten en wensen die een eigen leven leiden in ons hoofd en die ons wijsmaken dat zij onze kern zijn, en niet ons eigenlijke zelf. Het ego probeert ons te vereenzelvigen met het verhaal in ons hoofd. Het maakt ons wijs, dat we alleen gelukkig worden als wij goed naar zijn verhaal luisteren. Het tegendeel is waar. Zodra we een doel van ons ego hebben bereikt, zal er direct weer een volgend, vaak onbereikbaar doel opdoemen. Zoals het spreekwoord zegt: het bezit van de zaak is het eind van vermaak. Zo houdt ons ego ons permanent ongelukkig. Het is goed om te onderzoeken hoe ons ego zich heeft ontwikkeld en te weten hoe en wanneer de saboterende gedachten en gevoelens in ons tot stand zijn gekomen. Dit zogenoemde traumawerk is een opmaat naar werkelijke vrijheid en verlichting.

Bron

In werkelijkheid komt onze levensenergie uit ons oorspronkelijke zelf, uit onze bron. We kunnen hier contact mee maken en voelen wie we ten diepste zijn in de stilte en de rust van meditatie. Het ego zal zich daar sterk tegen verzetten omdat het graag wil dat wij zijn stem in ons hoofd volgen. De grootste angst van het ego is dat het ontkend wordt. Maar meditatie helpt tegen die angst en kan ons bevrijden van het voortdurende gepraat in ons hoofd. Verlichting is niet anders dan het loslaten van vooringenomen standpunten en het volledig accepteren wat het leven te bieden heeft. Openstaan voor het leven en dat bewust aankijken noemt men bewustwording. Dat houdt in dat we afscheid nemen van het verhaal dat we hebben verzonnen over ons leven en hoe dat zou moeten verlopen. Dat loslaten klinkt eng omdat het lijkt of je je persoonlijkheid, je ego, moet laten vallen. Maar je leeft zonder dat gepraat van dat ego in je hoofd veel fijner en je bent ook een fijner mens voor je omgeving, omdat je volkomen echt bent.

Als we niet langer geplaagd worden door saboterende gevoelens, gedachten en trauma’s, als we de neiging tot sturen en controleren loslaten en het leven nemen zoals het komt, zullen we ons gelukkiger voelen. Onze ambities, behoeften, wensen en gevoelens zullen dan veel dichter aansluiten bij het leven dat we feitelijk leven. Er zal meer balans zijn tussen onze linker hersenhelft, waar de ratio zetelt, en de rechterhelft, waar ons gevoel zich bevindt.

Hoe word je gelukkig in je werk?

Werk is een belangrijk aspect van ons leven. Er zitten zowel rationele als emotionele aspecten aan en het biedt mogelijkheden voor fysieke en creatieve expressie. Werk kan dan ook een grote bijdrage leveren aan ons geluksgevoel. Voorwaarde is wel dat we in dat werk voldoende balans vinden tussen de rationele en emotionele aspecten van onze taken. Zoek dus werk dat bij je past. Deel je enthousiasme met je omgeving.

Zorg dat je werkzaamheden zo veel mogelijk passen in de door jou gewenste leefwijze en vermijd stress. Stress is een spanning in je lichaam als reactie op externe negatieve prikkels. Stress kan ontstaan door hoge werkdruk, het gevoel niet te voldoen, onzekerheid over de toekomst, angst je baan te verliezen, angst voor willekeur van het management, enzovoort. Een beetje stress is niet per definitie schadelijk, maar kan juist een positieve uitwerking hebben op de prestaties. Een teveel aan stress die bovendien lang aanhoudt leidt onherroepelijk tot uitputting en kan een burn-out tot gevolg hebben.

Flow is het tegendeel van stress. De Hongaarse psycholoog Mihaly Csikszentmihaly heeft erop gewezen dat wij onder bepaalde voorwaarden volkomen kunnen opgaan in wat we doen. We voeren ons werk moeiteloos uit, onze energie stroomt als vanzelf. Dit gevoel van gelukzaligheid, van eenvoud en zuiverheid, is flow.

Stressbestendigheid in kaart

We kunnen in flow raken als ons werk ons uitdaagt en een beroep doet op onze hoogste vaardigheden. Wij zijn dan op ons best, soms zó goed dat het ons zelf verbaast, en we worden niet geplaagd door ons ego met zijn beperkende opmerkingen. Flow kan zich voordoen als we solo aan het werk zijn maar ook in een groep of tijdens een brainstorming. Ons handelen vloeit direct uit de bron naar buiten.

Dichters, kunstenaars en musici kennen dit maar al te goed, omdat zij soms het gevoel hebben dat hun kunst niet door hunzelf wordt gemaakt maar gewoon ontstaat zonder dat zij er invloed op hebben. Een dergelijke staat van zijn maakt een mens diep gelukkig. Om in flow te komen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De taak moet uitdagend zijn, maar niet zo uitdagend dat je haar niet aankunt. Je moet je veilig voelen, ruimte en tijd krijgen, geen kritiek ervaren en weten dat je gewaardeerd wordt voor je bijdrage.

De voorwaarden voor het in flow raken van een bedrijf sluiten hierbij aan. Een bedrijf heeft de meeste kans op succes als het zijn mensen de gelegenheid geeft om het beste uit zichzelf te halen. Het management heeft hierin een leidersrol.

Het moet om te beginnen voorkomen dat negatieve stress ontstaat. Als ergens in de organisatie ongewenst gedrag zichtbaar wordt, mag het management dit niet laten voortwoekeren. Veel managers menen dat corrigerend optreden niet hun taak is en dat ze dit aan de personeelsafdeling kunnen overlaten. Dit is onjuist. Het is een belangrijke taak van het management om de gedragscode en de normen en waarden van het bedrijf te bewaken. Het moet luid en duidelijk laten weten wat wel en niet acceptabel is en zeker in geval van conflicten actief ingrijpen. Het management moet zich in ieder geval aan de eigen stelregels houden, het levende voorbeeld zijn van wat het nastreeft en respect verwerven door zijn handelen en zijn spreken.

Uitdagingsniveau in kaart

Om flow in de medewerkers en de organisatie te bevorderen, zal het management alles moeten doen om de ontplooiing van mensen, teams en afdelingen te ondersteunen met raad en daad. Het zal voor zijn medewerkers een veilige omgeving moeten creëren, met duidelijke doelstellingen en heldere normen en waarden. Het management moet uitvinden welke competenties de medewerkers hebben, en waar en hoe ze het beste kunnen worden ingezet. Het moet hen stimuleren tot samenwerking en zich afvragen: wat motiveert hen, wat zijn hun diepere drijfveren?

Wil je weten wat we in jouw organisatie kunnen doen? Laat het ons weten. Op grond van ons realisme hebben we al veel potentiële verbeteringen ontdekt en doorgevoerd. Je kan ons bereiken via steven.blom@blomconsultancy.nl of 06 – 53 16 49 40.